2e zondag Veertigdagentijd

TEKST VOOR DE VIERING

 

Water lijkt zo gewoon. Het is overal. We bestaan zelf voor meer dan de helft uit water. Maar juist dit hele gewone is essentieel. Zou het ontbreken, dan zouden we letterlijk verschrompelen. Ook Gods Geest is overal, net als water. Hij is aanwezig tot in ons eigen lijf. Zonder Zijn aanwezigheid, blijft er weinig van ons over. Laten we zorgvuldig omgaan met water en het niet zien als iets vanzelfsprekends. Laten we er zorg voor dragen dat het beschikbaar is voor iedereen, overal ter wereld.

 

De dorstigen laven

‘Ik had dorst en jullie gaven mij te drinken’ Mattheüs 25:35 Na een paar droge zomers lijkt ook bij ons het besef gegroeid dat water niet altijd zomaar aanwezig is. Voor miljoenen mensen is een nog groter gebrek aan goed drinkwater dagelijkse realiteit. Een mens zonder drinken wordt dorstig, raakt uitgeput. Barmhartig ben je als je er dan bent om diegene van water te voorzien. In de Bijbel is dorst vaak ook de dorst naar God. Bijna poëtisch lopen de beelden door elkaar, zoals in Psalm 42: zoals een hert dat naar water snakt, verlangt de dichter naar God. En als Jezus bij een waterput een vrouw uit Samaria tegenkomt, wordt zijn vraag naar water gaandeweg een vraag naar de vrouw zelf. Ook dat is dorst laven: kijken waar mensen droog zijn komen te staan en hoe het komt dat de vreugde weg lijkt. In navolging van Jezus laven we wie dorst heeft. Door mee te helpen mensen van water te voorzien, door te zorgen voor de ziel.

Liturgische bloemschikking

 

Een ander te drinken geven, letterlijk ‘water’ of van ‘het levende water’. De glazen worden deze week gevuld met water waarin de bloemen van de hyacint drijven. De blauwe kleur van de hyacint verwijst naar het spirituele, de verbinding tussen hemel en aarde. De vorm van het open hart wordt geaccentueerd door een geregen ketting van hyacinten nagels, eventueel gecombineerd met de ranken van de maagdenpalm