De 7 werken der barmhartigheid

 

De Zieken bezoeken

Bij dit werk van Barmhartigheid denk ik in de eerste plaats aan de vrienden die Job bij grote tegenslag komen opzoeken. Zeven dagen lang zitten ze bij hem; zonder iets te zeggen. En dat is knap, zo dicht bij iemand zijn in zijn of haar verslagenheid ! Niet aankomen met zalvende, troostende en opbeuren de woorden, maar stil zitten. Het daarin met die ander uithouden. Het gedicht hiernaast verwoordt hoe waardevol dat kan zijn. Ook in de campagne van de overheid “Eén tegen eenzaamheid” wordt ons dat advies gegeven “Laat OMA thuis”; kom niet aanzetten met Opmerkingen, Meningen en Adviezen, hoe goed bedoeld misschien ook. Het is niet zonder reden dat de Schepper ons 2 oren en maar 1 mond meegegeven heeft !! Het is een Kunst om steeds weer te luisteren, te luisteren, te luisteren naar wat die anders ons misschien wel zonder dat hij/zij er woorden aan kan geven wil zeggen. 

 

Ik doe niets af aan wat ik hier boven schrijf. En toch, als ik het evangelie lees,  en hoe Jezus dat doet als Hij bij zieken op bezoek komt, dan is er vaak meer dan “alleen maar” (ik zet het met nadruk tussen haken !!) luisteren. Dan zegt hij tegen de lamme: “Je zonden zijn je vergeven; sta op en wandel”, tegen de melaatse zegt Hij “Ik wil het word rein”. En als hij te hulp geroepen wordt omdat zijn vriend Lazarus ernstig ziek is, dan duurt het een poos voordat Jezus op ziekenbezoek komt. En als hij komt, lijkt het al te laat … Lazarus  is al overleden. We lezen dan dat Jezus huilt – Hij is heel dicht bij Maria en Martha in hun verdriet. Maar Hij roept ook met zijn Machtswoord de dode uit graf tot het leven terug.

 

 

 

 

 

Erbij blijven…

 

Misschien is dat wel

het aller-moeilijkste

voor mensen

in ontmoetingen

met mensen die lijden:

erbij blijven.

En niet weglopen,

maar blijven !

Hoogstens kunnen luisteren,

soms zonder een touw

te kunnen vastknopen

aan wat je hoort

omdat de ander

in verwarring is,

maar blijven.

Soms niets horen

dan een schreeuw,

misschien vloeken,

en dan geen aandrang hebben

tot vermaan,

maar blijven en luisteren.

Soms luisteren

naar alleen maar

wanhopige stilte,

terwijl je als moderne mens

dààr het meest bang voor bent,

voor stilte,

en toch blijven, niets,

helemaal niets méér kunnen

dan blijven,

zelfs als je weggejaagd wordt,

op bereikbare afstand

beschikbaar blijven.

Zodat wie lijdt,

nooit helemaal alleen is…

 

Ds. P.B. Suurmond

Nu moet ik als dominee, en u als bezoeker of vriend, voorzichtig zijn met het spreken van machtswoorden ! Telkens weer moet je vooral luisteren. En toch mogen we ook proberen samen te luisteren naar wat God en wat Jezus in het evangelie ons aanreiken. Pastoraat mag naast en na luisteren ook een stukje “Verkondiging aan de enkeling” (E. Thurneysen) zijn. In mijn opleiding zei de docent dat je daar heel voorzichtig mee moet zijn, en zij vond het eigenlijk maar helemaal niks …

 

Nu is het niet dat in het pastoraat altijd de dominee of ouderling de “verkondiger” is. Nee, Goddank (ik ben daar  de Here God oprecht heel dankbaar voor !) soms mag het juist andersom zijn. Zoals in het volgende voorbeeld. Jaren geleden ging ik op bezoek bij een gemeentelid in de Sionberg in Dokkum. Op het bed ernaast lag een man uit een ander dorp en van een andere gemeente. Ook met hem raakte ik even in gesprek. Er was bij hem de dagen daarvoor een been geamputeerd. Ik zei: “Hoe is dat nu  voor u, dat lijkt mij heel ingrijpend !” Zijn antwoord was: “Dominee, ik ha 70 jier twa sûne fuotten ha mocht …”

Wie is dan de ‘zieke’ en wie is dan ‘gezond’ ? Ik vond het van de kant van die man een indrukwekkend woord, een woord met Macht: “machtich !”

 

Ziekenbezoek… Als er niet geluisterd wordt en er wordt teveel voortijdig gesproken, dan kan het ‘een bezoeking’ worden in de zin zoals het in de 10 geboden staat “de zonden der vaderen bezocht aan de kinderen”. Maar als er echte aandacht is; gericht op de ander met een kleine letter, maar ook op de Ander met een hoofdletter, dan kan soms iets gebeuren van waar de Lofzang van Zacharias van zingt: “Geloofd zij de Here, de God van Israel, want Hij heeft volk bezocht” (Lukas 1: 68 St. Vert.)

 

                                                                                                                     ds. A. Elverdink