De 7 werken der barmhartigheid

 

De Vreemdeling in ons midden

Ergens verleden jaar kwam ik met de auto Eastermar binnenrijden. Bij de ingang van het dorp stond een grote vrachtauto met een buitenlands kenteken. De chauffeur wenkte en wilde mij klaarblijkelijk iets vragen. Het bleek een Poolse chauffeur te zijn. Hij vroeg mijn in gebrekkig Duits of ik wist hoe hij bij een bepaald bedrijf in Eastermar kon komen. De naam van het bedrijf zei mij niks; waar het zich bevond wist ik dus ook niet. Met de pakbrief en even te google-en op je mobiel kwamen we echter een heel eind. Maar om hem nu in gebrekkig Duits uit te leggen waar hij dan precies langs moest … Daarom bood ik aan: ‘Rij maar achter mij aan, dan breng ik u wel waar u moet zijn’. Toen wij voor de boerderij stonden waar het bedrijf gevestigd was en ik hem duidelijk had gemaakt: ‘hier is het’ was aan heel zijn houding en gezichtsuitdrukking te zien dat hij heel blij was dat ik hem als vreemdeling in Eastermar een beetje wegwijs had gemaakt.

 

 

Vorige week moesten mijn vrouw en ik, na mijn ontslag, bij de poliklinische apotheek in Nij Smellinghe in Drachten nog wat medicijnen halen. Je moet daar eerst bij een zuil met scherm aangeven waar je voor komt en vervolgens een nummertje trekken. Wij waren daarmee inmiddels bekend, maar terwijl wij even wachtten kwam een allochtone medelander aanlopen. Hij wist duidelijke even niet wat hij moest doen. Nu werkt mijn vrouw op de administratie in Nij Smellinghe en ‘klantvriendelijkheid’ is één van haar sterke punten: direct stond zij op om de man uit te leggen en te helpen bij wat hij moest doen. Toen wij wegliepen keek hij naar nog vriendelijk na.

 

“De vreemdeling”. Probeer in gedachten eens terug te gaan naar een moment waar je jezelf vreemd en onwennig voelde, en hoe prettig kan het dan zijn dat een ander dat opmerkt, een helpende hand reikt; je gerust stelt en uitlegt wat er van je verwacht wordt.

 

 

In de Bijbel wordt Israël keer op keer op het hart gedrukt om met zorg en aandacht met de vreemdeling in hun midden om te gaan, “Want, zegt God in de Thora, jullie kennen de gemoedsgesteldheid van de vreemdeling“ (Exodus 23: 9); het onwennige; het soms met de dingen aan zijn, omdat je er niet vertrouwd mee bent.

 

En ja, zo’n Bijbeltekst is een appel voor een ruim-hartig asielbeleid. Wat mij betreft moeten we ons als Europeanen schamen voor hoe we met de vluchtelingen in Griekenland omgaan. Maar dat is de politiek ! Daarover kunnen we in discussies in de kerk of tijdens verjaardagsvisites onze mening ten beste geven. Straks op 17 maart mogen we ook over dit punt onze stem uitbrengen. Maar waar we misschien wel elke dag werk van kunnen maken is: in situaties waar mensen zich als ‘een kat in een vreemd pakhuis’ voelen, ze gerust te stellen en wegwijs te maken; een stukje met hem op te lopen, hen op hun gemak te stellen.

 

“De gemoedsgesteldheid van de vreemdeling”, dat is breder dan alleen asielbeleid. Het is oog en hart hebben voor wie zich in vreemde situaties niet op hun gemak voelen. Heel vaak is het een kleine moeite om dat ongemak weg te nemen, ze op hun gemak te stellen en verder te helpen.

 

 

                                                                                           ds. A. Elverdink